Aanvullingen boek


Heeft u aanvullingen of opmerkingen op het boek ‘Schiere monniken en grijze vrouwen’?  Neem dan contact met ons op redactie kloosterboek.nl

14-10-2019: De Munnikenhof, kloosterhoeve van de abdij Villers. 1264-1333.
(Correctie van 29-03-2017: Contouren van kloosterboerderij zichtbaar gemaakt!)

De cisterciënzer abdij van Villers, in 1146 ten zuiden van Brussel gesticht, beleefde in de dertiende eeuw haar bloeitijd. Zij telde toen wel honderd monniken en driehonderd conversen, en was genoodzaakt overal land te verwerven. Zo heeft zij in 1264 in ons land in de Bommelerwaard het gebied van Schalkwijk en Rodichem gehuurd, waar Maas en Waal uitstromen in de Merwede. Het was vanuit de abdij over de Maas bereikbaar. De hoeve werd de Munnikenhof genoemd. Toen er een eind kwam aan de bloei van de abdij, is het gebied in 1333 aan de eigenaar teruggegeven.
Dertig jaar later is hier iets meer naar het noordwesten het Slot Loevestein gebouwd. Later stond er aan de Waal ook nog een kasteel Munnikenland, dat in 1900 is afgebroken.
De Munnikenhof was in de dertiende eeuw ook de naam van een uithof van de norbertijnen bij Grijpskerke op Walcheren, en van het latere kasteel aldaar. En het Schalkwijk in de Bommelerwaard is te onderscheiden van het dorp Schalkwijk in de provincie Utrecht.

Onlangs is het gebied in de Bommelerwaard door het waterschap Rivierenland heringericht, als onderdeel van het project Ruimte voor de Rivier; de plaats van de Munnikenhof aan de Afgedamde Maas is in het landschap nu duidelijk gemarkeerd.
Zie: Ruimte voor de Rivier in het Munnikenland; Waterschap Rivierenland 2007. En ook: Tijdschrift Naar Buiten, Staatsbosbeheer; Bommelerwaard.
bommelerwaardgids/docs/munnikenlandspecial


Bij pag. 57-59: Het graf van abt Boyng
Abt Boyng blijkt naar het Concilie van Bazel (1431-1437) te zijn gegaan, waarschijnlijk om de aanspraken van Zweder van Culemborg op de Utrechtse bisschopszetel te steunen. Op de terugweg is hij op 30 mei 1433 in Speyer gestorven (Gallia Christiana V 1731, blz.755).
Zijn graf bevindt zich in de kruisgang van de nabijgelegen cisterciënzerabdij Maulbronn. Op de steen staat een abtsstaf afgebeeld. Aan de rand van de steen staat:
AETERE SIT DIGNUS HIC PAUSANS CARNE BOYNGUS
ABBAS MENTERNAE QUI SPIRAM BASILIENSI
DE SYNODO REDIENS DEFICIEBAT IBI.
In vertaling: “Hier rust het lichaam van Boyng, abt van Menterna, die op de terugweg van het Concilie van Bazel in Speyer gestorven is. Moge hij de hemel waardig zijn”.
(Eduard Paulus, Die Cisterzienzxer-Abtei Maulbronn 1889 blz.84 Deutsche Inschriften Online, Enzkreis Nr.67).

Zie ook “Bart Flikkema: Abt Boyng. Middeleeuwse kloosterhervormer & pater Immediatus in klooster Yesse. Haren 2018. 52 pagina’s. Esser miniatuurtje No 10.”


Pag. 295 en 310:
In de Kovel, Monastiek tijdschrift nr. 56 pag. 96/98,  wordt door Harry van Royen een boek besproken over twee cisterciënzers van de Belgische abdij Val-Dieu, pater Hugo en pater Stephanus, die op 9 oktober 1943 in Nederland door de Duitser bezetters zijn gefusilleerd.
Paul De Jongh: Grenzeloos Verzet. Over spionerende monniken, ontsnappingslijnen en het Hannibalspiel 1940-1943. Brepols 2018.


Bij pag.103: Niet alleen Titus Brandsma heeft de droom gekoesterd van een herbouw van Klaarkamp. Ook de trappisten van Koningshoeven (bij Tilburg) blijken hier in 1943 serieus over te hebben gedacht. Zie: Honderd jaar monnikenleven in Koningshoeven. A.Terstegge, pag.124.


Bij pag. 89 en 314: In 1902 hebben meer Franse trappistinnen hun toevlucht in Nederland gevonden: de zusters van Laval: in Blitterswijk (tot 1920); de zusters van Ubexy: bij Tilburg in de buurt van de abdij Koningshoeven (tot 1912). Zie: Honderd jaar monnikenleven in Koningshoeven. A.Terstegge, pag. 58 en 116.


De tekst op bladzijde 84 en 85 dient als volgt verbeterd te worden.
Pag. 84: Onder deze omstandigheden kreeg Augustin de Lestrange …. in 1791 toestemming om met een aantal monniken uit te wijken naar Zwitserland.
Pag. 85: La Trappe. De monniken sliepen op de kale vloer ….
Pag. 85: Ook kloosterzusters die uit Frankrijk waren gevlucht, sloten zich bij De Lestrange aan. Hij zorgde voor onderdak in Sembrancher, ten zuiden van Montreux.


Wij zijn erg benieuwd naar uw reactie op de conclusie van de auteur i.v.m. het graf in Westbroek. Is het zoals men beweert het graf van Bisschop Boudewijn van Sterkenburg of is het (wat Philip concludeert) het graf van Wilbrand van Oldenburg, bisschop van Utrecht (1227-1233) ??  Zie de pagina’s uit het boek: Westbroek pag. 182,184 Laat het ons horen via  redactie kloosterboek.nl!


We zijn op zoek naar informatie over de Uithof van Ter Doest op de Zandberg in Moerdijk.
Reageren: redactie kloosterboek.nl


Ook de Gastelse Laag tussen Oudenbosch en Oud Gastel heeft onze aandacht.
Zijn het de zusters van Catharinadal of de cisterciënzermonniken van Boudelo (B) die hier aan het werk zijn geweest?
Reageren: redactie kloosterboek.nl


Bladzijde 150:
In de oude kerk van Visvliet, niet ver van Gerkesklooster, bevindt zich  een opschrift uit 1557. 2-37Daarop wordt door de abt van Gerkesklooster de prijs van de rogge vastgesteld.
Het blijkt dat er dat jaar door een samenloop van omstandigheden ernstige hongersnood heerste: de oogst was weer mislukt, de pest heerste en door oorlog stagneerde de invoer van graan vanuit het Oostzeegebied. Dat leidde weer tot het stijgen van de graanprijzen. De abt van Gerkesklooster probeerde daar een eind aan te maken door de graanprijs vast te leggen.
(Klik op de foto om hem beter te kunnen bekijken)